Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. complex:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for complexheid from Dutch to Spanish

complex:

complex [het ~] nomen

  1. het complex
    el complejo; el bloque de viviendas; el bloque; la polea; el leño

Translation Matrix for complex:

NounRelated TranslationsOther Translations
bloque complex blok; carré; huizenblok; rem; speelgoedblok
bloque de viviendas complex blok; brandhout; huizenblok
complejo complex
leño complex blok hout; houtblok
polea complex katrolblok
ModifierRelated TranslationsOther Translations
complejo complex; gecompliceerd; ingewikkeld gewikkeld in; ingewikkeld
complicado complex; gecompliceerd; ingewikkeld benard; benauwd; delicaat; ernstig; gewikkeld in; hachelijk; ingewikkeld; kritiek; lastig; lastige; moeilijk; netelig; niet makkelijk; niet schikkend; ongemakkelijk; penibel; precair; storend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
enmarañado complex; gecompliceerd; ingewikkeld dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
enredado complex; gecompliceerd; ingewikkeld gewikkeld in; ingewikkeld

Related Words for "complex":

  • complexheid, complexen, complexer, complexere, complexe

Wiktionary Translations for complex:

complex
adjective
  1. ingewikkeld
noun
  1. geheel van bij elkaar liggende gebouwen met dezelfde functie

Cross Translation:
FromToVia
complex complicado complex — intricate
complex complicado complex — not simple or straightforward
complex complexo complex — in mathematics

External Machine Translations: