Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. concreetheid:
  2. concreet:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for concreetheid from Dutch to Spanish

concreetheid:

concreetheid [de ~ (v)] nomen

  1. de concreetheid
    la concreción

Translation Matrix for concreetheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
concreción concreetheid

Related Words for "concreetheid":


concreet:


Translation Matrix for concreet:

NounRelated TranslationsOther Translations
concreto beton
ModifierRelated TranslationsOther Translations
concreto aanraakbaar; concreet; duidelijk; grijpbaar; konkreet; stoffelijk; tastbaar; voelbaar koel; nuchter; zakelijk
perceptible aanraakbaar; concreet; duidelijk; grijpbaar; konkreet; stoffelijk; tastbaar; voelbaar bemerkbaar; duidelijk; herkenbaar; hoorbaar; merkbaar; tastbaar; verneembaar; verstaanbaar; voelbaar; waarneembaar; zichtbaar
tangible aanraakbaar; concreet; duidelijk; grijpbaar; konkreet; stoffelijk; tastbaar; voelbaar

Related Words for "concreet":


Wiktionary Translations for concreet:

concreet
adjective
  1. in realiteit bestaand

Cross Translation:
FromToVia
concreet concreto concrete — not abstract
concreet concreto; específico concrete — particular, perceivable, real
concreet concretizar concrete — solidify