Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. correspondent:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for correspondent:
    • correspondiente


Dutch

Detailed Translations for correspondent from Dutch to Spanish

correspondent:

correspondent [de ~ (m)] nomen

  1. de correspondent (journalist ter plaatse)
    el corresponsal; el periodista; el reportero
  2. de correspondent (verslaggever; rapporteur; journalist; )
    el reportero; el corresponsal; el periodista; el portavoz; el informante; el comentarista

Translation Matrix for correspondent:

NounRelated TranslationsOther Translations
comentarista berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever
corresponsal berichtgever; commentator; correspondent; journalist; journalist ter plaatse; rapporteur; referent; reporter; verslaggever zakelijke connectie; zakenrelatie
informante berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever aanbrenger; informant; informante; politie-informant; tipgever; verklikker
periodista berichtgever; commentator; correspondent; journalist; journalist ter plaatse; rapporteur; referent; reporter; verslaggever journalist; journaliste; reporter; reportster; verslaggeefster; verslaggever
portavoz berichtgever; commentator; correspondent; journalist; rapporteur; referent; reporter; verslaggever orgaan; spreekbuis; spreekbuis figuurlijk; spreekbuis instrument; woordvoerder; woordvoerster; zegsman
reportero berichtgever; commentator; correspondent; journalist; journalist ter plaatse; rapporteur; referent; reporter; verslaggever

Related Words for "correspondent":

  • correspondenten

Wiktionary Translations for correspondent:

correspondent
noun
  1. 3
  2. berichtgever aan nieuwsmedia

Cross Translation:
FromToVia
correspondent corresponsal correspondent — journalist