Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. dolheid:
  2. dol:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dolheid from Dutch to Spanish

dolheid:


dol:


Translation Matrix for dol:

NounRelated TranslationsOther Translations
furioso razende
ModifierRelated TranslationsOther Translations
enfurecido boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest bitter; boos; furieus; giftig; kokend; kwaad; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; vertoornd; woedend; woest; zeer boos; ziedend
furioso boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest achterlijk; bitter; bitter teleurgesteld; boos; driftig; erg boos; furieus; gebeten; gek; geschift; gestoord; giftig; grimmig; idioot; idioterig; kokend; krankjorum; krankzinnig; kwaad; maf; mesjogge; niet goed snik; nijdig; razend; spinnijdig; stupide; toornig; verbeten; verbitterd; vergramd; vertoornd; woedend; woest; zeer boos; ziedend; zot

Related Words for "dol":


Related Definitions for "dol":

  1. er veel van houden1
    • ik ben dol op appelmoes1
  2. heel erg opgewonden1
    • ik word dol van dat lawaai1
  3. wat doordraait1
    • dit schroefdraad is dol1

Wiktionary Translations for dol:


Cross Translation:
FromToVia
dol aberrante; alienado; anormal aberrant — Qui diffère de la normale.
dol estrafalario abracadabrant — (familier, fr) complètement incroyable, qu’une personne sensée ne peut pas croire.
dol furioso; torcido; furibundo furieux — Qui est en fureur ; qui est en furie.