Dutch
Detailed Translations for erin blazen from Dutch to Spanish
erin blazen:
-
erin blazen (inblazen)
Conjugations for erin blazen:
o.t.t.
- blaas erin
- blaast erin
- blaast erin
- blazen erin
- blazen erin
- blazen erin
o.v.t.
- blies erin
- blies erin
- blies erin
- bliezen erin
- bliezen erin
- bliezen erin
v.t.t.
- heb erin gebelazen
- hebt erin gebelazen
- heeft erin gebelazen
- hebben erin gebelazen
- hebben erin gebelazen
- hebben erin gebelazen
v.v.t.
- had erin gebelazen
- had erin gebelazen
- had erin gebelazen
- hadden erin gebelazen
- hadden erin gebelazen
- hadden erin gebelazen
o.t.t.t.
- zal erin blazen
- zult erin blazen
- zal erin blazen
- zullen erin blazen
- zullen erin blazen
- zullen erin blazen
o.v.t.t.
- zou erin blazen
- zou erin blazen
- zou erin blazen
- zouden erin blazen
- zouden erin blazen
- zouden erin blazen
en verder
- is erin gebelazen
- zijn erin gebelazen
diversen
- blaas erin!
- blaast erin!
- erin gebelazen
- erin blazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for erin blazen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
inspirar | erin blazen; inblazen | activeren; adviseren; bezielen; een inspirerende werking hebben; iets aanraden; inboezemen; ingeven; inspireren; opleven; opwekken; raden; reanimeren; suggereren; tot leven wekken; verlevendigen |
soplar en | erin blazen; inblazen | binnenblazen; inblazen |
External Machine Translations: