Dutch

Detailed Translations for figuur from Dutch to Spanish

figuur:

figuur [de ~] nomen

  1. de figuur (gedaante; verschijning; postuur)
    la aparición; la figura
  2. de figuur (postuur; gedaante; uiterlijk)
    la talla; el porte
  3. de figuur (personage)
    el personaje; el tipo
  4. de figuur (postuur; vorm; gestalte; gedaante)
    la forma; la talla; la postura; el personaje; la aparición; la silueta; el tipo; el molde; la estatura; la figura; el aparecido; el modal
  5. de figuur (type; individu)
    el tipo; el personaje; el tío; la figura; el individual
  6. de figuur (lichaamspostuur; gestalte; postuur)
    la talla; la postura; la estatura
  7. de figuur (lichaamslijn; silhouet)
    la forma; la figura

Translation Matrix for figuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
aparecido figuur; gedaante; gestalte; postuur; vorm
aparición figuur; gedaante; gestalte; postuur; verschijning; vorm aantal gekomen personen; aanzien; afkondiging; bekendmaking; exterieur; gedaante; geest; geestverschijning; openbaarmaking; openbare publicatie; opkomst; proclamatie; publicatie; publikatie; schim; spook; spookverschijning; uitgave; uitgifte; verschijnen; verschijning; verschijningsvorm; visioen
estatura figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; vorm bouwsel; bouwwerk; deel; fractie; gebouw; gedaante; gedeelte; groot en dik stuk; homp; hoogte; lichaamslengte; pand; part; schim; stuk
figura figuur; gedaante; gestalte; individu; lichaamslijn; postuur; silhouet; type; verschijning; vorm aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; schim; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; wezen
forma figuur; gedaante; gestalte; lichaamslijn; postuur; silhouet; vorm afgieting; afgietsel; conditie; etiquette; gedaante; gedragslijn; gietsel; handelwijze; herleidingskoers; in vorm zijn; inkleding; koers; manier; methode; moedervorm; pasvorm; procedure; schim; trant; valuta; vorm; wijs; wijze; wijze van voorstellen; wisselkoers
individual figuur; individu; type onderleggers; onderzetters; placemats; tafelmatjes
modal figuur; gedaante; gestalte; postuur; vorm moedervorm
molde figuur; gedaante; gestalte; postuur; vorm afgieting; afgietsel; drukvorm; gietmal; gietsel; gietvorm; mal; matrijs; matrix; modelvorm; moedervorm; sjablone; sjabloon; vorm
personaje figuur; gedaante; gestalte; individu; personage; postuur; type; vorm eenling; enkeling; iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; wezen
porte figuur; gedaante; postuur; uiterlijk vrachtgoed
postura figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; vorm air; geesteshouding; geld inzetten; gezindheid; houding; inzetten; leg; lichaamshouding; overtuiging; pose; positie; stand; stand van het lichaam; standje; standpunt; vaststaande mening
silueta figuur; gedaante; gestalte; postuur; vorm gedaante; schim
talla figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; uiterlijk; vorm afmeting; bouwsel; bouwwerk; dimensie; formaat; gebouw; grootte; lichaamslengte; maat; mate; omvang; pand
tipo figuur; gedaante; gestalte; individu; personage; postuur; type; vorm creatuur; drukletter; eenling; enkeling; fatje; gast; genre; goser; gozer; heertje; iemand; individu; kerel; knakker; knul; man; mens; mensenkind; openbare publicatie; persoon; publicatie; publikatie; schepsel; slag; snuiter; soort; type; uitgave; uitgifte; vent; vogel; wezen; zetletter
tío figuur; individu; type gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; lid; lul; man; manspersoon; oom; penis; piemel; pik; roede; snuiter; vent
- gestalte; lijn; type; vogel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
forma shape
ModifierRelated TranslationsOther Translations
individual afzonderlijk; alleenstaand; apart; eenmans; eenpersoons; gescheiden; geïsoleerd; individueel; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; single; vrijstaand
modal doorsnee; gemiddeld; medium; middelmatig; modaal

Related Words for "figuur":


Synonyms for "figuur":


Related Definitions for "figuur":

  1. afbeelding van iets1
    • de figuur die ze tekende was een konijn1
  2. wiskundige afbeelding1
    • de figuur van de cirkel is rond1
  3. vorm van het lichaam1
    • hij heeft het figuur van een jonge kerel1
  4. persoon met bepaalde kenmerken1
    • de figuur die in het boek optreedt1

Wiktionary Translations for figuur:


Cross Translation:
FromToVia
figuur curvas curve — informal: attractive shape of a woman's body
figuur figura figure — drawing
figuur imagen picture — representation of visible reality produced by drawing, etc
figuur personaje personnagepersonne ; en parlant principalement des hommes, avec une certaine idée de grandeur, d’autorité, d’importance sociale.
figuur estatura; talla; medida; dimensión; extensión; tamaño taillecoupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.

External Machine Translations:

Related Translations for figuur