Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gehandicapte:


Dutch

Detailed Translations for gehandicapte from Dutch to Spanish

gehandicapte:

gehandicapte [de ~] nomen

  1. de gehandicapte (invalide)
    el minusválido; el incapacitado
  2. de gehandicapte (afgedankte; WAOer; afgekeurde)
    el despedido; el incapacitado; el desechado
  3. de gehandicapte

Translation Matrix for gehandicapte:

NounRelated TranslationsOther Translations
desechado WAOer; afgedankte; afgekeurde; gehandicapte
despedido WAOer; afgedankte; afgekeurde; gehandicapte congé
incapacitado WAOer; afgedankte; afgekeurde; gehandicapte; invalide
minusválido gehandicapte; invalide
OtherRelated TranslationsOther Translations
discapacitado gehandicapte
ModifierRelated TranslationsOther Translations
desechado afgedankt
despedido afgedankt
incapacitado arbeidsongeschikt; onvolwaardig
minusválido gehandicapt; invalide; kreupel; lam; mank; onvolwaardig