Dutch

Detailed Translations for geklonken from Dutch to Spanish

geklonken:

geklonken adj

  1. geklonken (vastgeklonken)

Translation Matrix for geklonken:

NounRelated TranslationsOther Translations
remachado klinkwerk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
remachado geklonken; vastgeklonken

klinken:

klinken verb (klink, klinkt, klonk, klonken, geklonken)

  1. klinken (klank voortbrengen; luiden)
    sonar; repicar
  2. klinken (spijkeren; vastnagelen; timmeren; vastspijkeren; vastslaan)
    clavar
  3. klinken (vastklinken)

Conjugations for klinken:

o.t.t.
  1. klink
  2. klinkt
  3. klinkt
  4. klinken
  5. klinken
  6. klinken
o.v.t.
  1. klonk
  2. klonk
  3. klonk
  4. klonken
  5. klonken
  6. klonken
v.t.t.
  1. heb geklonken
  2. hebt geklonken
  3. heeft geklonken
  4. hebben geklonken
  5. hebben geklonken
  6. hebben geklonken
v.v.t.
  1. had geklonken
  2. had geklonken
  3. had geklonken
  4. hadden geklonken
  5. hadden geklonken
  6. hadden geklonken
o.t.t.t.
  1. zal klinken
  2. zult klinken
  3. zal klinken
  4. zullen klinken
  5. zullen klinken
  6. zullen klinken
o.v.t.t.
  1. zou klinken
  2. zou klinken
  3. zou klinken
  4. zouden klinken
  5. zouden klinken
  6. zouden klinken
diversen
  1. klink!
  2. klinkt!
  3. geklonken
  4. klinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for klinken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
clavar klinken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; opkruisen; oplaveren
fijar a klinken; vastklinken
repicar klank voortbrengen; klinken; luiden kletteren; klingelen; rammelen; rinkelen; tingelen; tinkelen
sonar klank voortbrengen; klinken; luiden beieren; bellen; doorklinken; echoën; galmen; geluid maken; kletteren; klingelen; luiden; met krachtige stem zingen; naklinken; overgaan; rammelen; rinkelen; schallen; tingelen; tinkelen; weerklinken; weerschallen

Related Words for "klinken":


Synonyms for "klinken":


Related Definitions for "klinken":

  1. een geluid laten horen1
    • zijn stem klinkt verkouden1
  2. eraan vastmaken1
    • de platen werden aan elkaar geklonken1
  3. je glas tegen dat van iemand anders tikken om geluk te wensen1
    • om 12 uur klonken we met elkaar1

Wiktionary Translations for klinken:

klinken
verb
  1. een bepaalde klank voortbrengen
  2. proosten
  3. vastklinken
  4. vastspijkeren

Cross Translation:
FromToVia
klinken sonar; llamar al timbre klingeln — etwas schrillen lassen
klinken sonar de forma estridente; sonar estridente; repiquetear schrillen(intransitiv) einen hohen, grellen und sehr lauten Ton erzeugen
klinken sonar ring — to produce the sound of a bell or a similar sound
klinken sonar; parecer sound — to produce a sound
klinken sonar; llamar; tocar la campanilla; tocar sonnerrendre un son.