Summary


Dutch

Detailed Translations for gemogen from Dutch to Spanish

mogen:

mogen verb (mag, mocht, mochten, gemogen)

  1. mogen

Conjugations for mogen:

o.t.t.
  1. mag
  2. mag
  3. mag
  4. mogen
  5. moogt
  6. mogen
o.v.t.
  1. mocht
  2. mocht
  3. mocht
  4. mochten
  5. mochten
  6. mochten
v.t.t.
  1. heb gemogen
  2. hebt gemogen
  3. heeft gemogen
  4. hebben gemogen
  5. hebben gemogen
  6. hebben gemogen
v.v.t.
  1. had gemogen
  2. had gemogen
  3. had gemogen
  4. hadden gemogen
  5. hadden gemogen
  6. hadden gemogen
o.t.t.t.
  1. zal mogen
  2. zult mogen
  3. zal mogen
  4. zullen mogen
  5. zullen mogen
  6. zullen mogen
o.v.t.t.
  1. zou mogen
  2. zou mogen
  3. zou mogen
  4. zouden mogen
  5. zouden mogen
  6. zouden mogen
diversen
  1. mag!
  2. moogt!
  3. gemogen
  4. mogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mogen:

NounRelated TranslationsOther Translations
poder autorisatie; autoriteit; capaciteit; fiat; geven van volmacht; gezag; gouvernement; heerschappij; kabinet; kracht; lastbrief; lastgeving; licentie; macht; machtiging; machtigingsformulier; mandaat; procuratie; regering; toestemming; vergunning; vermogen; volmacht
VerbRelated TranslationsOther Translations
estar permitido mogen geoorloofd zijn; vertinnen; vrij staan
estar posibilitado mogen
permitirse mogen laten; permitteren; toelaten
poder mogen iets mogen

Antonyms for "mogen":


Related Definitions for "mogen":

  1. hem aardig vinden1
    • ik mag die leraar wel1
  2. nodig of wenselijk zijn1
    • je mag wel oppassen1
  3. toestemming hebben1
    • ik mag vanavond naar de film1

Wiktionary Translations for mogen:


Cross Translation:
FromToVia
mogen poder can — may
mogen poder may — have permission to
mogen ojalá que; que may — subjunctive
mogen poder dürfenModalverb (mit Infinitiv): die Erlaubnis haben, etwas zu tun
mogen apreciar; estimar aimerressentir un fort sentiment d’attirance pour quelqu’un ou quelque chose.
mogen apreciar; estimar; evaluar; avaliar; tasar apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).
mogen estimar estimerpriser quelque chose, en apprécier, en déterminer la valeur.
mogen poder pouvoir — Être capable, avoir la faculté, être en état de

External Machine Translations: