Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. geschonden:
  2. schenden:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geschonden from Dutch to Spanish

geschonden:


schenden:

schenden verb (schend, schendt, schond, schonden, geschonden)

  1. schenden (ontheiligen; ontwijden)

Conjugations for schenden:

o.t.t.
  1. schend
  2. schendt
  3. schendt
  4. schenden
  5. schenden
  6. schenden
o.v.t.
  1. schond
  2. schond
  3. schond
  4. schonden
  5. schonden
  6. schonden
v.t.t.
  1. heb geschonden
  2. hebt geschonden
  3. heeft geschonden
  4. hebben geschonden
  5. hebben geschonden
  6. hebben geschonden
v.v.t.
  1. had geschonden
  2. had geschonden
  3. had geschonden
  4. hadden geschonden
  5. hadden geschonden
  6. hadden geschonden
o.t.t.t.
  1. zal schenden
  2. zult schenden
  3. zal schenden
  4. zullen schenden
  5. zullen schenden
  6. zullen schenden
o.v.t.t.
  1. zou schenden
  2. zou schenden
  3. zou schenden
  4. zouden schenden
  5. zouden schenden
  6. zouden schenden
en verder
  1. ben geschonden
  2. bent geschonden
  3. is geschonden
  4. zijn geschonden
  5. zijn geschonden
  6. zijn geschonden
diversen
  1. schend!
  2. schendt!
  3. geschonden
  4. schendend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schenden:

NounRelated TranslationsOther Translations
violar aanranden
VerbRelated TranslationsOther Translations
deshonrar ontheiligen; ontwijden; schenden onteren; ontwijden
profanar ontheiligen; ontwijden; schenden
violar ontheiligen; ontwijden; schenden aanranden; geweld gebruiken; inbreuk maken; misbruiken; onteren; ontwijden; overtreden; verkrachten; zich aan iemand vergrijpen

Wiktionary Translations for schenden:


Cross Translation:
FromToVia
schenden funestar; quebrantar; profanar entweihen — geweihte oder geheiligte Dinge schänden, entehren
schenden violar violate — to break or fail to act by rules
schenden quebrar; romper; quebrantar briserrompre, mettre en pièces.
schenden estropear; echar a perder détériorermettre en mauvais état.
schenden violar violer — Enfreindre, porter atteinte à, attenter à

External Machine Translations: