Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. godsdienstplechtigheid:


Dutch

Detailed Translations for godsdienstplechtigheid from Dutch to Spanish

godsdienstplechtigheid:

godsdienstplechtigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de godsdienstplechtigheid (godsdienstoefening)
    el culto; el oficio; la ceremonia religiosa; el rito religioso

Translation Matrix for godsdienstplechtigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
ceremonia religiosa godsdienstoefening; godsdienstplechtigheid
culto godsdienstoefening; godsdienstplechtigheid aanbidden; beschaafde; confessie; cultus; eerbied; eerbiedigen; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte; godsdienst; godsverering; religie; verering; verheerlijking; verheffen
oficio godsdienstoefening; godsdienstplechtigheid ambt; betrekking; departement; functie; ministerie
rito religioso godsdienstoefening; godsdienstplechtigheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
culto alcoholisch; beschaafd; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; geestrijk; geleerd; geschoold; netjes; onderwezen; ontwikkeld; rijk aan alcohol; welgemanierd; welopgevoed

Related Words for "godsdienstplechtigheid":

  • godsdienstplechtigheden

External Machine Translations: