Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. haaltje:
  2. haal:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for haaltje from Dutch to Spanish

haaltje:

haaltje [het ~] nomen

  1. het haaltje (trekje aan een sigaret; trekje; haal)
    la calada; la chupada

Translation Matrix for haaltje:

NounRelated TranslationsOther Translations
calada haal; haaltje; trekje; trekje aan een sigaret
chupada haal; haaltje; trekje; trekje aan een sigaret gepijp; volzuigen

Related Words for "haaltje":


haaltje form of haal:

haal [de ~ (m)] nomen

  1. de haal (pennekras; kras)
    la raya; la línea; el arañazo; el trazo
  2. de haal (ruk; trek)
    el tirón; el estirón; el estirajón
  3. de haal (trekje aan een sigaret; trekje; haaltje)
    la calada; la chupada

Translation Matrix for haal:

NounRelated TranslationsOther Translations
arañazo haal; kras; pennekras krab; krabwond; kras; schram; schrammetje
calada haal; haaltje; trekje; trekje aan een sigaret
chupada haal; haaltje; trekje; trekje aan een sigaret gepijp; volzuigen
estirajón haal; ruk; trek
estirón haal; ruk; trek aantrekken; straktrekken
línea haal; kras; pennekras aansluiting; band; connectie; gelid; gezichtsrimpel; liaison; lijn; lijntje; linie; link; regel; relatie; rij; rimpel; samenhang; schriftlijn; streep; streepje; verband; verbinding
raya haal; kras; pennekras afscheiding; band; beschot; boekdeel; chocolade; chocoladereep; deel; gelid; geluidsniveau; gezichtsrimpel; haarband; haarlint; hek; hekwerk; lijn; linie; lint; reep; rij; rimpel; rog; schot; streep; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenschot; volume
tirón haal; ruk; trek aantrekken; straktrekken; zakkenrollen; zakkenrollerij
trazo haal; kras; pennekras gezichtsrimpel; kwaststreek; rimpel

Related Words for "haal":


Wiktionary Translations for haal:


Cross Translation:
FromToVia
haal remada stroke — rowing: movement of an oar or paddle through water
haal raya; estría; banda; tira; lista; veta raieligne tracer sur une surface.