Dutch
Detailed Translations for hard schieten from Dutch to Spanish
hard schieten:
-
hard schieten
Conjugations for hard schieten:
o.t.t.
- schiet hard
- schiet hard
- schiet hard
- schieten hard
- schieten hard
- schieten hard
o.v.t.
- schoot hard
- schoot hard
- schoot hard
- schoten hard
- schoten hard
- schoten hard
v.t.t.
- heb hard geschoten
- hebt hard geschoten
- heeft hard geschoten
- hebben hard geschoten
- hebben hard geschoten
- hebben hard geschoten
v.v.t.
- had hard geschoten
- had hard geschoten
- had hard geschoten
- hadden hard geschoten
- hadden hard geschoten
- hadden hard geschoten
o.t.t.t.
- zal hard schieten
- zult hard schieten
- zal hard schieten
- zullen hard schieten
- zullen hard schieten
- zullen hard schieten
o.v.t.t.
- zou hard schieten
- zou hard schieten
- zou hard schieten
- zouden hard schieten
- zouden hard schieten
- zouden hard schieten
en verder
- is hard geschoten
- zijn hard geschoten
diversen
- schiet hard!
- schiet hard!
- hard geschoten
- hard schietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for hard schieten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
disparar | schieten; vuren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
disparar | hard schieten | afschieten; afvuren; laaien; schieten; schoten lossen; vuren |