Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. haven:
  2. have:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for haven from Dutch to Spanish

haven:

haven [de ~] nomen, plural

  1. de haven (toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; )
    el puerto de refugio; el refugio; el asilo

Translation Matrix for haven:

NounRelated TranslationsOther Translations
asilo asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats asiel; dolhuis; gekkenhuis; gesticht; hospitium; inrichting; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; opvangcentrum; psychiatrische inrichting; schuilplaats; vluchtelingenkamp; vrijplaats; wijkplaats
puerto de refugio asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats schuilplaats; vrijplaats; wijkplaats
refugio asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats abri; asiel; betonnen onderkomen; bunker; hoek; hoekje; hospitium; huisvesting; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; pechstrook; schuilhoek; schuilhoekje; schuilhol; schuilplaats; steun en toeverlaat; toevluchtshaven; uitlaatklep; vluchtelingenkamp; vluchtheuvel; vluchtstrook; vrijplaats; wachthuisje; wijkplaats

Related Words for "haven":

  • havenen, havens, haventje, haventjes, have

Wiktionary Translations for haven:

haven
noun
  1. natuurlijke of aangelegde aanlegplaats voor schepen.

Cross Translation:
FromToVia
haven puerto harbour — for ships
haven puerto haven — harbour
haven puerto port — dock or harbour
haven puerto Hafen — Ort zum natürlichen oder künstlich geschützten Anlegen von Schiffen (sowie übertragen auf andere Fahrzeuge), mit Anlagen zum Löschen, Laden, Reinigen und Ausbessern, an offener See oder an Flussläufen
haven puerto port — Port pour bateaux

haven form of have:


Related Translations for haven