Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. hobbel:
  2. hobbelen:


Dutch

Detailed Translations for hobbel from Dutch to Spanish

hobbel:

hobbel [de ~ (m)] nomen

  1. de hobbel
    la desigualdad
  2. de hobbel (bobbel; ongelijkheid; oneffenheid)
    la desigualdad; la irregularidad; el desnivel

Translation Matrix for hobbel:

NounRelated TranslationsOther Translations
desigualdad bobbel; hobbel; oneffenheid; ongelijkheid bochel; bult; hobbeligheid; hobbeling; oneffenheid; ruwheid; uit de hoogte doen; verhevenheid
desnivel bobbel; hobbel; oneffenheid; ongelijkheid hoogteverschil; niveauverschil
irregularidad bobbel; hobbel; oneffenheid; ongelijkheid grilligheid; het onregelmatig-zijn; hobbeligheid; luimigheid; oneffenheid; ongeregeldheid; onregelmatigheid; ruwheid; wispelturigheid

Related Words for "hobbel":

  • hobbelen, hobbels, hobbeltje, hobbeltjes

hobbel form of hobbelen:

hobbelen verb (hobbel, hobbelt, hobbelde, hobbelden, gehobbeld)

  1. hobbelen (schuddend op en neer gaan; stoten)

Conjugations for hobbelen:

o.t.t.
  1. hobbel
  2. hobbelt
  3. hobbelt
  4. hobbelen
  5. hobbelen
  6. hobbelen
o.v.t.
  1. hobbelde
  2. hobbelde
  3. hobbelde
  4. hobbelden
  5. hobbelden
  6. hobbelden
v.t.t.
  1. heb gehobbeld
  2. hebt gehobbeld
  3. heeft gehobbeld
  4. hebben gehobbeld
  5. hebben gehobbeld
  6. hebben gehobbeld
v.v.t.
  1. had gehobbeld
  2. had gehobbeld
  3. had gehobbeld
  4. hadden gehobbeld
  5. hadden gehobbeld
  6. hadden gehobbeld
o.t.t.t.
  1. zal hobbelen
  2. zult hobbelen
  3. zal hobbelen
  4. zullen hobbelen
  5. zullen hobbelen
  6. zullen hobbelen
o.v.t.t.
  1. zou hobbelen
  2. zou hobbelen
  3. zou hobbelen
  4. zouden hobbelen
  5. zouden hobbelen
  6. zouden hobbelen
diversen
  1. hobbel!
  2. hobbelt!
  3. gehobbeld
  4. hobbelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hobbelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dar sacudidas hobbelen; schuddend op en neer gaan; stoten
dar tumbos hobbelen; schuddend op en neer gaan; stoten buitelen; duikelen

Related Words for "hobbelen":