Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. immunisatie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for immunisatie from Dutch to Spanish

immunisatie:

immunisatie [znw.] nomen

  1. immunisatie (immuunmaking)
    la inmunización; la inmunidad

Translation Matrix for immunisatie:

NounRelated TranslationsOther Translations
inmunidad immunisatie; immuunmaking immuniteit; onkwetsbaarheid; onschendbaarheid; onvatbaarheid; onvatbaarheid voor ziekte
inmunización immunisatie; immuunmaking

Wiktionary Translations for immunisatie:

immunisatie
noun
  1. opwekken van onvatbaarheid