Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. inertie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inertie from Dutch to Spanish

inertie:

inertie [de ~ (v)] nomen

  1. de inertie (willoosheid; lethargie; daadloosheid)
    el letargo; la pereza; la lentitud; la inercia; la apatía; la holgazanería
  2. de inertie (traagheid; indolentie; sloomheid; )
    la inercia; la indolencia

Translation Matrix for inertie:

NounRelated TranslationsOther Translations
apatía daadloosheid; inertie; lethargie; willoosheid apathie; futloosheid; karakterloosheid; lauwheid; loomheid; lusteloosheid; matheid; ongeanimeerdheid; slapheid
holgazanería daadloosheid; inertie; lethargie; willoosheid gelanterfant; geluier; lijntrekkerij; luilakkerij
indolencia indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid geestelijke traagheid; indolentie; laksheid; onverschilligheid; vadsigheid
inercia daadloosheid; indolentie; inertie; lamlendigheid; langzaamheid; lethargie; logheid; luiheid; slapte; sloomheid; traagheid; willoosheid futloosheid; geestelijke traagheid; lethargie; loomheid; matheid; non-activiteit; slaapzucht; slapheid
lentitud daadloosheid; inertie; lethargie; willoosheid lethargie; slaapzucht
letargo daadloosheid; inertie; lethargie; willoosheid lethargie
pereza daadloosheid; inertie; lethargie; willoosheid geluier; gemakzucht; ledigheid; leegte; lijntrekkerij; luilakkerij; slaapzucht; vadsigheid

Wiktionary Translations for inertie:

inertie
noun
  1. traagheid

Cross Translation:
FromToVia
inertie inercia inertia — in physics
inertie inercia inertie — Force en physique (2):