Dutch
Detailed Translations for inpolderen from Dutch to Spanish
inpolderen:
-
inpolderen (droogleggen; indijken)
desecar; cerrar con diques; desaguar; ganar al mar; cerrar con un dique; rodear de un dique-
desecar verb
-
cerrar con diques verb
-
desaguar verb
-
ganar al mar verb
-
cerrar con un dique verb
-
rodear de un dique verb
-
Conjugations for inpolderen:
o.t.t.
- polder in
- poldert in
- poldert in
- polderen in
- polderen in
- polderen in
o.v.t.
- polderde in
- polderde in
- polderde in
- polderden in
- polderden in
- polderden in
v.t.t.
- heb ingepolderd
- hebt ingepolderd
- heeft ingepolderd
- hebben ingepolderd
- hebben ingepolderd
- hebben ingepolderd
v.v.t.
- had ingepolderd
- had ingepolderd
- had ingepolderd
- hadden ingepolderd
- hadden ingepolderd
- hadden ingepolderd
o.t.t.t.
- zal inpolderen
- zult inpolderen
- zal inpolderen
- zullen inpolderen
- zullen inpolderen
- zullen inpolderen
o.v.t.t.
- zou inpolderen
- zou inpolderen
- zou inpolderen
- zouden inpolderen
- zouden inpolderen
- zouden inpolderen
en verder
- is ingepolderd
diversen
- polder in!
- poldert in!
- ingepolderd
- inpolderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inpolderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
desaguar | afvloeien; wegstromen; wegvloeien | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
cerrar con diques | droogleggen; indijken; inpolderen | |
cerrar con un dique | droogleggen; indijken; inpolderen | bedijken; indammen; indijken |
desaguar | droogleggen; indijken; inpolderen | afwateren; ontluchten; ontwateren; spuien; uitwateren; ventileren; water afvoeren; water lozen |
desecar | droogleggen; indijken; inpolderen | indrogen; opdrogen; uitdrogen; verdorren; verdrogen |
ganar al mar | droogleggen; indijken; inpolderen | |
rodear de un dique | droogleggen; indijken; inpolderen | bedijken; indammen; indijken |