Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. integriteit:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for integriteit from Dutch to Spanish

integriteit:

integriteit [de ~ (v)] nomen

  1. de integriteit
    la integridad; la fidelidad; la lealtad; la sinceridad; la honestidad; la rectitud; la inarrugabilidad
  2. de integriteit (gegevensintegriteit)

Translation Matrix for integriteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
fidelidad integriteit aanhankelijkheid; affectie; beeldkwaliteit; eerlijkheid; gehechtheid; getrouwheid; loyaliteit; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rechtschapenheid; rondborstigheid; rondheid; trouw; trouwhartigheid; verknochtheid
honestidad integriteit braafheid; clementie; compassie; eerlijkheid; getrouwheid; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; keurigheid; loyaliteit; mildheid; netheid; onberispelijkheid; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; ordelijkheid; properheid; rechtschapenheid; rondborstigheid; rondheid; smetteloosheid; trouw; trouwhartigheid; welwillendheid
inarrugabilidad integriteit onkreukbaarheid
integridad gegevensintegriteit; integriteit compleetheid; gaafheid; getrouwheid; loyaliteit; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; trouw; trouwhartigheid; volledigheid
lealtad integriteit getrouwheid; loyaliteit; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; rondborstigheid; rondheid; trouw; trouwhartigheid
rectitud integriteit onkreukbaarheid
sinceridad integriteit eerlijkheid; getrouwheid; loyaliteit; onkreukbaarheid; openhartigheid; openheid; oprechtheid; puurheid; rechtschapenheid; rondborstigheid; rondheid; trouw; trouwhartigheid; welgemeendheid
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
integridad de datos gegevensintegriteit; integriteit

Wiktionary Translations for integriteit:

integriteit
noun
  1. onschendbaarheid, eerlijkheid, oprechtheid

Cross Translation:
FromToVia
integriteit probidad probity — integrity