Dutch
Detailed Translations for kapitaliseren from Dutch to Spanish
kapitaliseren:
-
kapitaliseren
Conjugations for kapitaliseren:
o.t.t.
- kapitaliseer
- kapitaliseert
- kapitaliseert
- kapitaliseren
- kapitaliseren
- kapitaliseren
o.v.t.
- kapitaliseerde
- kapitaliseerde
- kapitaliseerde
- kapitaliseerden
- kapitaliseerden
- kapitaliseerden
v.t.t.
- heb gekapitaliseerd
- hebt gekapitaliseerd
- heeft gekapitaliseerd
- hebben gekapitaliseerd
- hebben gekapitaliseerd
- hebben gekapitaliseerd
v.v.t.
- had gekapitaliseerd
- had gekapitaliseerd
- had gekapitaliseerd
- hadden gekapitaliseerd
- hadden gekapitaliseerd
- hadden gekapitaliseerd
o.t.t.t.
- zal kapitaliseren
- zult kapitaliseren
- zal kapitaliseren
- zullen kapitaliseren
- zullen kapitaliseren
- zullen kapitaliseren
o.v.t.t.
- zou kapitaliseren
- zou kapitaliseren
- zou kapitaliseren
- zouden kapitaliseren
- zouden kapitaliseren
- zouden kapitaliseren
en verder
- is gekapitaliseerd
diversen
- kapitaliseer!
- kapitaliseert!
- gekapitaliseerd
- kapitaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kapitaliseren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cobrar | innen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
capitalizar | kapitaliseren | in geld omzetten; ten gelde maken; verzilveren |
cobrar | kapitaliseren | aanroeren; aanstippen; casseren; even aanraken; factureren; geld in ontvangst nemen; herkrijgen; in geld omzetten; in rekening brengen; incasseren; innen; terugkrijgen; verkrijgen; verwerven; verzilveren; weerkrijgen |
platear | kapitaliseren | geld in ontvangst nemen; in geld omzetten; incasseren; innen; verzilveren |
recaudar | kapitaliseren | casseren; eisen; geld in ontvangst nemen; in geld omzetten; incasseren; inmanen; innen; invorderen; verzilveren; vorderen |
Wiktionary Translations for kapitaliseren:
kapitaliseren
verb
-
kapitaal laten aangroeien
- kapitaliseren → capitalizar
External Machine Translations: