Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. kistjes:
  2. kistje:


Dutch

Detailed Translations for kistjes from Dutch to Spanish

kistjes:

kistjes [de ~] nomen, plural

  1. de kistjes (schoenen; schoeisel)
    el zapatos; el calzado
  2. de kistjes (schrijnen)
    la cajitas

Translation Matrix for kistjes:

NounRelated TranslationsOther Translations
cajitas kistjes; schrijnen busjes; doosjes
calzado kistjes; schoeisel; schoenen
zapatos kistjes; schoeisel; schoenen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
calzado gelaarsd

Related Words for "kistjes":


kistjes form of kistje:

kistje [het ~] nomen

  1. het kistje (kratje)
    la arqueta; la cajita

Translation Matrix for kistje:

NounRelated TranslationsOther Translations
arqueta kistje; kratje relikwiehouder; schrijn
cajita kistje; kratje bakje; doosje; kleine opbergdoos; relikwiehouder; schrijn

Related Words for "kistje":