Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. klaarblijkelijkheid:
  2. klaarblijkelijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for klaarblijkelijkheid from Dutch to Spanish

klaarblijkelijkheid:

klaarblijkelijkheid [znw.] nomen

  1. klaarblijkelijkheid (blijkbaarheid)
    la evidencia

Translation Matrix for klaarblijkelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
evidencia blijkbaarheid; klaarblijkelijkheid begrijpelijkheid; bewijs; doorzichtigheid; duidelijkheid; helderheid; klaarheid; transparantie

Related Words for "klaarblijkelijkheid":


klaarblijkelijkheid form of klaarblijkelijk:


Translation Matrix for klaarblijkelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
manifiesto assembly-manifest; manifest; manifest van de toepassing; scheepsmanifest; vrachtlijst
ModifierRelated TranslationsOther Translations
evidente klaarblijkelijk; onmiskenbaar; overduidelijk 'tuurlijk; aanschouwelijk; algemeen begrijpbaar; allicht; automatisch; bevatbaar; bijgevolg; blijkbaar; direct; doorgrond; doorzien; duidelijk; dus; eenduidig; flagrant; helder; kenbaar; klaar als een klontje; logisch; natuurlijk; netto; onbelast; ondubbelzinnig; onontkomelijk; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; te kennen; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zo klaar als een klontje; zonder twijfel; zonneklaar
evidentemente klaarblijkelijk; onmiskenbaar; overduidelijk blijkbaar
manifiesto klaarblijkelijk; onmiskenbaar; overduidelijk apert; blijkbaar; direct; duidelijk; eenduidig; geprononceerd; herkenbaar; markant; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; recht door zee; regelrecht; uitgesproken
notorio klaarblijkelijk; onmiskenbaar; overduidelijk berucht; beruchte; blijkbaar; geruchtmakend; notoir; notoire; opzienbarend; overbekend; ruchtbaar
obviamente klaarblijkelijk; onmiskenbaar; overduidelijk blijkbaar
obvio klaarblijkelijk; onmiskenbaar; overduidelijk 'tuurlijk; allicht; automatisch; bijgevolg; blijkbaar; doorgrond; doorzien; duidelijk; dus; eenduidig; flagrant; helder; kenbaar; klaar als een klontje; logisch; natuurlijk; ondubbelzinnig; onontkomelijk; overduidelijk; te kennen; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zo klaar als een klontje; zonder twijfel; zonneklaar

Related Words for "klaarblijkelijk":


Wiktionary Translations for klaarblijkelijk:

klaarblijkelijk
adjective
  1. kennelijk

Cross Translation:
FromToVia
klaarblijkelijk ostensible; aparente apparent — seeming
klaarblijkelijk evidente offensichtlich — dem Anschein nach
klaarblijkelijk evidente évident — Dont le sens s’impose naturellement à l’esprit, qui a le caractère de l’évidence.