Dutch

Detailed Translations for koenheid from Dutch to Spanish

koenheid:

koenheid [de ~ (v)] nomen

  1. de koenheid (onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; driestheid; kloekheid; vermetelheid)
    el cojones; la audacia; el coraje; la valentía; la osadía; el atrevimiento; la agallas
  2. de koenheid (dapperheid; moed; onversaagdheid)
    la fuerza; el valor; la hazaña; la dureza; la audacia; la valentía; la robustez; el acto heroico

Translation Matrix for koenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
acto heroico dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
agallas driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid
atrevimiento driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; onbesuisdheid; opschepperij; overmoed; roekeloosheid; snoeverij; vermetelheid; waaghalzerij
audacia dapperheid; driestheid; kloekheid; koenheid; moed; onversaagdheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid branie; bravourstuk; dikdoenerij; durf; gebluf; gebral; gepoch; gewaagdheid; grootspraak; lef; moed; onbesuisdheid; opschepperij; overmoed; roekeloosheid; snoeverij; vermetelheid; waaghalzerij
cojones driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid ballen; durf; gewaagdheid; kloten; lef; moed; testikels
coraje driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid durf; gewaagdheid; lef; moed
dureza dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid eelt; eeltlaag; eeltplek; gehardheid; gestaaldheid; gestrengheid; grofheid; hardhandigheid; kranigheid; onbarmhartigheid; onverbiddelijkheid; ruw van makelij; ruwheid; stijfte; strengheid; taaiheid; uithoudingsvermogen; verhardheid; verstoktheid
fuerza dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid aandrift; aandrijving; capaciteit; daadkracht; doortastendheid; dynamiek; energie; esprit; felheid; fermheid; flinkheid; forsheid; fut; gehardheid; gestaaldheid; geweld; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; macht; momentum; puf; sterkte; stevigheid; stoerheid; stootband; stuwkracht; vermogen; voortstuwing; voortvarendheid; werklust
hazaña dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid bravourestuk; bravourstuk; heldendaad; heroïsche verrichting; hoogstandje; krachttoer; kunststuk; moedige daad; onbesuisdheid; overmoed; prestatie; recordprestatie; roekeloosheid; stunt; toer; topprestatie; vermetelheid; waaghalzerij; wapenfeit
osadía driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid bravourstuk; durf; gewaagdheid; lef; moed; onbesuisdheid; overmoed; roekeloosheid; vermetelheid; waaghalzerij
robustez dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid betrouwbaarheid; degelijkheid; deugdelijkheid; fermheid; gehardheid; gestaaldheid; kranigheid; soliditeit; stevigheid; stoerheid
valentía dapperheid; driestheid; kloekheid; koenheid; moed; onversaagdheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid durf; fermheid; gewaagdheid; kordaatheid; krachtdadigheid; lef; manhaftigheid; moed; stoerheid
valor dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid belang; betekenis; gewichtigheid; instelling; kostbaarheid; manhaftigheid; prijzigheid; verdienstelijkheid; waarde; waardepapier; zin
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fuerza dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig

Related Words for "koenheid":


koenheid form of koen:


Translation Matrix for koen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
impasible koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel bedaard; doodgemoedereerd; doodkalm; gelijkmoedig; geplaveid; kalm; kalmpjes; koel; koud; onaandoenlijk; onaangedaan; onbegaan; onberoerd; onbewogen; onderkoeld; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; ongevoelig; onverstoord; rustig; sereen; verhard; vrijuit
impertérrito koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel nieuw; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongehinderd; ongemoeid; ongeopend; ongestoord; onverkort; onverstoorbaar; onverstoord; pas gekocht; vrijuit
sin miedo koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; koelbloedig; manhaftig; moedig; onversaagd; onverschrokken; stout; stoutmoedig; zonder angst; zonder vrees

Related Words for "koen":


Wiktionary Translations for koen:


Cross Translation:
FromToVia
koen audaz audacious — showing willingness to take bold risks
koen osado; valiente courageux — Qui faire preuve de courage face au danger ou à l’adversité.
koen atrevido; impertinente; insolente hardi — Qui ose beaucoup.
koen osado; valiente; bravo; leal; animoso vaillant — Qui a de la vaillance, qui est courageux.