Dutch
Detailed Translations for kokker from Dutch to Spanish
kokker:
Translation Matrix for kokker:
Noun | Related Translations | Other Translations |
armatoste | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei | bakbeest; gevaarte; incident; kolos; onding; zaakje |
cosa enorme | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei | gigant; joekel; reus; titaan |
golpe | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei | bonk; bonkend geluid; bons; dreun; harde slag; hengst; hoek; hoekstoot; hort; jens; klap; klapje; klets; kletspraat; klont; klonter; klop; knak; knal; knik; kwak; lel; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; pof; quatsch; schar; schok; schokkende beweging; slag; smak; stoot; strijd; tik; toegebrachte klap; veldslag |
mamotreto | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei | bakbeest; gevaarte; kolos |
mastodonte | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei | mastodont |
pez enorme | gevaarte; joekel; kanjer; knaap; knoert; kokker; kokkerd; loei |
Related Words for "kokker":
External Machine Translations: