Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. komen aanvaren:


Dutch

Detailed Translations for komen aanvaren from Dutch to Spanish

komen aanvaren:

komen aanvaren verb (kom aanvaren, komt aanvaren, kwam aanvaren, kwamen aanvaren, komen aanvaren)

  1. komen aanvaren

Conjugations for komen aanvaren:

o.t.t.
  1. kom aanvaren
  2. komt aanvaren
  3. komt aanvaren
  4. komen aanvaren
  5. komen aanvaren
  6. komen aanvaren
o.v.t.
  1. kwam aanvaren
  2. kwam aanvaren
  3. kwam aanvaren
  4. kwamen aanvaren
  5. kwamen aanvaren
  6. kwamen aanvaren
v.t.t.
  1. ben komen aanvaren
  2. bent komen aanvaren
  3. is komen aanvaren
  4. zijn komen aanvaren
  5. zijn komen aanvaren
  6. zijn komen aanvaren
v.v.t.
  1. was komen aanvaren
  2. was komen aanvaren
  3. was komen aanvaren
  4. waren komen aanvaren
  5. waren komen aanvaren
  6. waren komen aanvaren
o.t.t.t.
  1. zal komen aanvaren
  2. zult komen aanvaren
  3. zal komen aanvaren
  4. zullen komen aanvaren
  5. zullen komen aanvaren
  6. zullen komen aanvaren
o.v.t.t.
  1. zou komen aanvaren
  2. zou komen aanvaren
  3. zou komen aanvaren
  4. zouden komen aanvaren
  5. zouden komen aanvaren
  6. zouden komen aanvaren
diversen
  1. kom aanvaren!
  2. komt aanvaren!
  3. komen aanvaren
  4. komende aanvaren
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

komen aanvaren [znw.] nomen

  1. komen aanvaren
    la venida en barco

Translation Matrix for komen aanvaren:

NounRelated TranslationsOther Translations
venida en barco komen aanvaren
VerbRelated TranslationsOther Translations
venir en barco komen aanvaren

Related Translations for komen aanvaren