Dutch
Detailed Translations for konde doen from Dutch to Spanish
konde doen:
-
konde doen (kennis geven; aanschrijven; aanzeggen)
anunciar; convocar; hacer saber; llamar; avisar; comunicar; dar a conocer; intimar; convocar a; citar a juicio-
anunciar verb
-
convocar verb
-
hacer saber verb
-
llamar verb
-
avisar verb
-
comunicar verb
-
dar a conocer verb
-
intimar verb
-
convocar a verb
-
citar a juicio verb
-
Conjugations for konde doen:
o.t.t.
- doe konde
- doet konde
- doet konde
- doen konde
- doen konde
- doen konde
o.v.t.
- deed konde
- deed konde
- deed konde
- deden konde
- deden konde
- deden konde
v.t.t.
- heb konde gedaan
- hebt konde gedaan
- heeft konde gedaan
- hebben konde gedaan
- hebben konde gedaan
- hebben konde gedaan
v.v.t.
- had konde gedaan
- had konde gedaan
- had konde gedaan
- hadden konde gedaan
- hadden konde gedaan
- hadden konde gedaan
o.t.t.t.
- zal konde doen
- zult konde doen
- zal konde doen
- zullen konde doen
- zullen konde doen
- zullen konde doen
o.v.t.t.
- zou konde doen
- zou konde doen
- zou konde doen
- zouden konde doen
- zouden konde doen
- zouden konde doen
diversen
- doe konde!
- doet konde!
- konde gedaan
- konde doend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
konde doen (kennisgeving; informeren; aankondigen; kennisgeven; aanzeggen)