Dutch
Detailed Translations for kooit from Dutch to Spanish
kooien:
Conjugations for kooien:
o.t.t.
- kooi
- kooit
- kooit
- kooien
- kooien
- kooien
o.v.t.
- kooide
- kooide
- kooide
- kooiden
- kooiden
- kooiden
v.t.t.
- heb gekooid
- hebt gekooid
- heeft gekooid
- hebben gekooid
- hebben gekooid
- hebben gekooid
v.v.t.
- had gekooid
- had gekooid
- had gekooid
- hadden gekooid
- hadden gekooid
- hadden gekooid
o.t.t.t.
- zal kooien
- zult kooien
- zal kooien
- zullen kooien
- zullen kooien
- zullen kooien
o.v.t.t.
- zou kooien
- zou kooien
- zou kooien
- zouden kooien
- zouden kooien
- zouden kooien
en verder
- ben gekooid
- bent gekooid
- is gekooid
- zijn gekooid
- zijn gekooid
- zijn gekooid
diversen
- kooi!
- kooit!
- gekooid
- kooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kooien:
Verb | Related Translations | Other Translations |
enjaular | kooien |