Summary


Dutch

Detailed Translations for laten lopen from Dutch to Spanish

laten lopen:

laten lopen verb (laat lopen, liet lopen, lieten lopen, laten lopen)

  1. laten lopen (niet vasthouden; laten gaan)

Conjugations for laten lopen:

o.t.t.
  1. laat lopen
  2. laat lopen
  3. laat lopen
  4. laten lopen
  5. laten lopen
  6. laten lopen
o.v.t.
  1. liet lopen
  2. liet lopen
  3. liet lopen
  4. lieten lopen
  5. lieten lopen
  6. lieten lopen
v.t.t.
  1. heb laten lopen
  2. hebt laten lopen
  3. heeft laten lopen
  4. hebben laten lopen
  5. hebben laten lopen
  6. hebben laten lopen
v.v.t.
  1. had laten lopen
  2. had laten lopen
  3. had laten lopen
  4. hadden laten lopen
  5. hadden laten lopen
  6. hadden laten lopen
o.t.t.t.
  1. zal laten lopen
  2. zult laten lopen
  3. zal laten lopen
  4. zullen laten lopen
  5. zullen laten lopen
  6. zullen laten lopen
o.v.t.t.
  1. zou laten lopen
  2. zou laten lopen
  3. zou laten lopen
  4. zouden laten lopen
  5. zouden laten lopen
  6. zouden laten lopen
diversen
  1. laat lopen!
  2. laat lopen!
  3. laten lopen
  4. lopen latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for laten lopen:

NounRelated TranslationsOther Translations
levantar omhoog steken; omhoog werpen; opsteken; opwerpen
VerbRelated TranslationsOther Translations
dejar ir laten gaan; laten lopen; niet vasthouden
levantar laten gaan; laten lopen; niet vasthouden aansteken; aanstrijken; afbakenen; afpalen; afzetten; arrangeren; begrenzen; bliksemen; bouwen; buslichten; casseren; construeren; doen ontvlammen; heffen; hernieuwen; herstellen; hijsen; hoger maken; hoger worden; hooghouden; iets op touw zetten; ijlen; in de fik steken; in de hoogte houden; in de hoogte steken; jachten; jagen; jakkeren; lichten; motiveren; naar boven tillen; naar boven trekken; omhoog brengen; omhoog heffen; omhoog rukken; omhoog trekken; omhoogbrengen; omhooggooien; omhooghalen; omhoogheffen; omhooghouden; omhoogkomen; omhoogrukken; omhoogsteken; omhoogtillen; omhoogtrekken; omlijnen; opgooien; opheffen; ophijsen; ophogen; ophouden; opschieten; opstijgen; optillen; opvliegen; opwerpen; rechtop zetten; regelen; renoveren; reppen; snellen; spoeden; tillen; verbeteren; verhelpen; verhogen; verhuizen; verkassen; vernieuwen; vliegen; weerlichten; zich haasten; zich omhoogtrekken; zich optrekken aan; zich spoeden
levantar la prohibición de laten gaan; laten lopen; niet vasthouden afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; openbaar maken; oplezen
no tenaz laten gaan; laten lopen; niet vasthouden

External Machine Translations:

Related Translations for laten lopen