Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. malen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for maalt from Dutch to Spanish

maalt form of malen:

malen verb (maal, maalt, maalde, maalden, gemalen)

  1. malen (fijnmalen; vermalen)

Conjugations for malen:

o.t.t.
  1. maal
  2. maalt
  3. maalt
  4. malen
  5. malen
  6. malen
o.v.t.
  1. maalde
  2. maalde
  3. maalde
  4. maalden
  5. maalden
  6. maalden
v.t.t.
  1. heb gemalen
  2. hebt gemalen
  3. heeft gemalen
  4. hebben gemalen
  5. hebben gemalen
  6. hebben gemalen
v.v.t.
  1. had gemalen
  2. had gemalen
  3. had gemalen
  4. hadden gemalen
  5. hadden gemalen
  6. hadden gemalen
o.t.t.t.
  1. zal malen
  2. zult malen
  3. zal malen
  4. zullen malen
  5. zullen malen
  6. zullen malen
o.v.t.t.
  1. zou malen
  2. zou malen
  3. zou malen
  4. zouden malen
  5. zouden malen
  6. zouden malen
diversen
  1. maal!
  2. maalt!
  3. gemalen
  4. malend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for malen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
moler fijnmalen; malen; vermalen
pulverizar fijnmalen; malen; vermalen fijn drukken; fijn maken; fijnmaken; kapotdrukken; platdrukken; tot poeder maken; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; vernevelen; verpletteren; verpulveren; verstuiven

Related Words for "malen":


Wiktionary Translations for malen:

malen
verb
  1. tussen twee harde voorwerpen fijnwrijven

Cross Translation:
FromToVia
malen rallar grate — shred
malen moler grind — to make smaller by breaking with a device
malen moler mill — grind or process using a mill or other machine
malen reducir a polvo; pulverizar; triturar powder — to reduce to fine particles
malen moler moudre — Mettre en poudre au moyen du moulin.