Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. mankracht:


Dutch

Detailed Translations for mankracht from Dutch to Spanish

mankracht:

mankracht [de ~] nomen

  1. de mankracht
  2. de mankracht (arbeidskrachten)
    la capacidad de trabajo; el personal

Translation Matrix for mankracht:

NounRelated TranslationsOther Translations
capacidad de trabajo arbeidskrachten; mankracht arbeidsgeschiktheid; arbeidskracht; arbeidsvermogen; krachtdadigheid; werkkracht; werkvermogen; werkzaamheid
personal arbeidskrachten; mankracht bediening; besturing; employees; personeel; service; uitserveren; werknemers
ModifierRelated TranslationsOther Translations
personal autochtoon; besloten; eigenhandig; inheems; inlands; persoonlijk; persoonsgebonden; privé; subjectief; zelf

Related Words for "mankracht":

  • mankrachten