Dutch
Detailed Translations for mark from Dutch to Spanish
mark:
Translation Matrix for mark:
Noun | Related Translations | Other Translations |
marco | mark | allegaartje; boordsel; frame; galon; geraamte; gezichtsmasker; graadmeetapparaat; graadmeter; gradenmeter; ijk; ijking; indicator; kozijn; kroonlijst; mengelmoes; omtrek; omzoming; oplegsel; passement; raamwerk; rand; samenraapsel; skelet; vensterkozijn; vorm; zoom |