Dutch
Detailed Translations for meespelen from Dutch to Spanish
meespelen:
-
meespelen (meedoen)
participar en el juego; intervenir en; tomar parte en; participar; concurrir; incorporarse-
intervenir en verb
-
tomar parte en verb
-
participar verb
-
concurrir verb
-
incorporarse verb
Conjugations for meespelen:
o.t.t.
- speel mee
- speelt mee
- speelt mee
- spelen mee
- spelen mee
- spelen mee
o.v.t.
- speelde mee
- speelde mee
- speelde mee
- speelden mee
- speelden mee
- speelden mee
v.t.t.
- heb meegespeeld
- hebt meegespeeld
- heeft meegespeeld
- hebben meegespeeld
- hebben meegespeeld
- hebben meegespeeld
v.v.t.
- had meegespeeld
- had meegespeeld
- had meegespeeld
- hadden meegespeeld
- hadden meegespeeld
- hadden meegespeeld
o.t.t.t.
- zal meespelen
- zult meespelen
- zal meespelen
- zullen meespelen
- zullen meespelen
- zullen meespelen
o.v.t.t.
- zou meespelen
- zou meespelen
- zou meespelen
- zouden meespelen
- zouden meespelen
- zouden meespelen
diversen
- speel mee!
- speelt mee!
- meegespeeld
- meespelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for meespelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
concurrir | meedoen; meespelen | |
incorporarse | meedoen; meespelen | bovenkomen; omhoogkomen; overeind komen |
intervenir en | meedoen; meespelen | bemiddelen; bemoeien; ingrijpen; inmengen; interfereren; interrumperen; interveniëren; mengen; tussenbeide komen; tussenkomen |
participar | meedoen; meespelen | deelnemen; meedoen; meeleven; meevoelen; participeren |
participar en el juego | meedoen; meespelen | figureren |
tomar parte en | meedoen; meespelen | deelnemen; meedoen; participeren |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
participar | opt-in |