Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. minderheid:
  2. minder:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for minderheid from Dutch to Spanish

minderheid:

minderheid [de ~ (v)] nomen

  1. de minderheid
    el grupo minoritario; la minoría

Translation Matrix for minderheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
grupo minoritario minderheid
minoría minderheid

Related Words for "minderheid":


Wiktionary Translations for minderheid:

minderheid
noun
  1. een groep die binnen een groter geheel in aantal minder dan de helft uitmaakt

Cross Translation:
FromToVia
minderheid minoría minority — subgroup that does not form a numerical majority
minderheid minoría; menoridad minorité — Le petit nombre, par opposition à majorité.

minder:

minder adj

  1. minder
    menos

Translation Matrix for minder:

NounRelated TranslationsOther Translations
menos minteken; minus
ModifierRelated TranslationsOther Translations
menos minder banaal; behalve; beperkter; buiten; gemeen; grof; in mindere mate; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; met uitsluiting van; min; minst; minus; onedel; plat; platvloers; schunnig; triviaal; uitgezonderd; vunzig

Related Words for "minder":


Antonyms for "minder":


Related Definitions for "minder":

  1. niet zo vaak als anders1
    • jij moet eens wat minder spijbelen!1
  2. niet zoals een andere keer1
    • het is vandaag minder druk op straat1
  3. niet zoveel als anders1
    • ik heb minder winst gemaakt dit jaar1

Wiktionary Translations for minder:


Cross Translation:
FromToVia
minder menos fewer — comparative of few; a smaller number
minder menos less — to smaller extent
minder menos less — not as much