Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. misdrukken:
  2. misdruk:


Dutch

Detailed Translations for misdrukken from Dutch to Spanish

misdrukken:

misdrukken verb (misdruk, misdrukt, misdrukte, misdrukten, misdrukt)

  1. misdrukken (verkeerd drukken)

Conjugations for misdrukken:

o.t.t.
  1. misdruk
  2. misdrukt
  3. misdrukt
  4. misdrukken
  5. misdrukken
  6. misdrukken
o.v.t.
  1. misdrukte
  2. misdrukte
  3. misdrukte
  4. misdrukten
  5. misdrukten
  6. misdrukten
v.t.t.
  1. heb misdrukt
  2. hebt misdrukt
  3. heeft misdrukt
  4. hebben misdrukt
  5. hebben misdrukt
  6. hebben misdrukt
v.v.t.
  1. had misdrukt
  2. had misdrukt
  3. had misdrukt
  4. hadden misdrukt
  5. hadden misdrukt
  6. hadden misdrukt
o.t.t.t.
  1. zal misdrukken
  2. zult misdrukken
  3. zal misdrukken
  4. zullen misdrukken
  5. zullen misdrukken
  6. zullen misdrukken
o.v.t.t.
  1. zou misdrukken
  2. zou misdrukken
  3. zou misdrukken
  4. zouden misdrukken
  5. zouden misdrukken
  6. zouden misdrukken
diversen
  1. misdruk!
  2. misdrukt!
  3. misdrukt
  4. misdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

misdrukken [de ~] nomen, plural

  1. de misdrukken (zetfouten)

Translation Matrix for misdrukken:

NounRelated TranslationsOther Translations
erratas de imprenta misdrukken; zetfouten
VerbRelated TranslationsOther Translations
publicar sin salida misdrukken; verkeerd drukken

Related Words for "misdrukken":


misdruk:

misdruk [de ~ (m)] nomen

  1. de misdruk (zetfout)

Translation Matrix for misdruk:

NounRelated TranslationsOther Translations
error de imprenta misdruk; zetfout

Related Words for "misdruk":