Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. mogendheden:
  2. mogendheid:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mogendheden from Dutch to Spanish

mogendheden:

mogendheden [de ~] nomen, plural

  1. de mogendheden (mogendheid)
    la potencia; la superpotencia

Translation Matrix for mogendheden:

NounRelated TranslationsOther Translations
potencia mogendheden; mogendheid bekwaamheid; capaciteit; gezag; graad; kracht; kwaliteit; macht; militaire rang; ter zake kundigheid; vermogen
superpotencia mogendheden; mogendheid

Related Words for "mogendheden":


mogendheid:

mogendheid [de ~ (v)] nomen

  1. de mogendheid (mogendheden)
    la potencia; la superpotencia

Translation Matrix for mogendheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
potencia mogendheden; mogendheid bekwaamheid; capaciteit; gezag; graad; kracht; kwaliteit; macht; militaire rang; ter zake kundigheid; vermogen
superpotencia mogendheden; mogendheid

Related Words for "mogendheid":


Wiktionary Translations for mogendheid:

mogendheid
noun
  1. politiek|nld een souvereine staat (die een dominante positie inneemt)

Cross Translation:
FromToVia
mogendheid potencia power — nation having a strong military and/or economy
mogendheid potencia puissancepouvoir d’imposer son autorité.