Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. nadruk:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for nadruk:
    • enfasis, énfasis


Dutch

Detailed Translations for nadruk from Dutch to Spanish

nadruk:

nadruk [de ~ (m)] nomen

  1. de nadruk (klemtoon; accent; hoofdtoon)
    el acento

Translation Matrix for nadruk:

NounRelated TranslationsOther Translations
acento accent; hoofdtoon; klemtoon; nadruk accent; accentteken; benadrukking; dialect; taaltje; tongval
- accent; klemtoon

Related Words for "nadruk":

  • nadrukken

Synonyms for "nadruk":


Related Definitions for "nadruk":

  1. zwaardere toon waarmee je een lettergreep uitspreekt1
    • bij het woord 'tafel' ligt de nadruk op de eerste lettergreep1
  2. kracht waarmee je iets zegt1
    • met nadruk zei hij dat hij onschuldig was1

Wiktionary Translations for nadruk:


Cross Translation:
FromToVia
nadruk énfasis emphasis — special weight or forcefulness given to something considered important
nadruk acentuar; enfatizar accentuermarquer d’un accent.
nadruk énfasis emphaseaffectation pompeux dans le discours ou dans le débit.
nadruk insistencia insistanceaction d’insister.

Related Translations for nadruk