Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. nota:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nota from Dutch to Spanish

nota:

nota [de ~] nomen

  1. de nota (factuur; rekening)
    – papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen 1
    la factura; la cuenta; la nota

Translation Matrix for nota:

NounRelated TranslationsOther Translations
cuenta factuur; nota; rekening Windows Live-account; account; afrekening; bankrekening; rekening; rekenschap; tel; tellen; telling; zakelijke account
factura factuur; nota; rekening
nota factuur; nota; rekening aantekening; beoordelingscijfer; cijfer; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; notitie; punt; rangnummer; schrijfsel; zakelijke notitie
- factuur; rekening

Related Words for "nota":

  • notaatje, notaatjes

Synonyms for "nota":


Related Definitions for "nota":

  1. papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen1
    • we hebben de nota van de schoolboeken ontvangen1
  2. officiële schriftelijke verklaring waar een mening in staat1
    • een nota van het ministerie van Defensie1

Wiktionary Translations for nota:


Cross Translation:
FromToVia
nota informe Bericht — Text, der einen Sachverhalt oder eine Handlung objektiv schildert
nota factura RechnungHandel: schriftliche Kostenforderung für erhaltene Waren oder Dienstleistungen
nota factura facture — Pièce comptable
nota memoria; recuerdo mémoirecapacité à retenir, conserver et rappeler de nombreuses informations antérieures.

Related Translations for nota