Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. obstinaat:


Dutch

Detailed Translations for obstinaat from Dutch to Spanish

obstinaat:

obstinaat adj

  1. obstinaat

Translation Matrix for obstinaat:

NounRelated TranslationsOther Translations
obstinado stijfhoofd; stijfkop
ModifierRelated TranslationsOther Translations
caprichoso obstinaat barok; grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
contumaz obstinaat eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverbeterlijk; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwillig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
obstinado obstinaat eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; halsstarrig; hardhoofdig; koppig; onbestuurbaar; onbuigzaam; onderdrukt; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwillig; onwrikbaar; opgekropt; opstandig; rebellerend; recalcitrant; stijfhoofdig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; verbeten; verkropt; weerbarstig; weerspannig
tenaz obstinaat koppig; onbuigzaam; onverzettelijk; onwillig; scherp; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; vlijmend; vlijmscherp; weerbarstig; weerspannig
tesonero obstinaat koppig; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwillig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig
tozudo obstinaat eigengereid; eigenwijs; eigenzinnig; hardhoofdig; koppig; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverzettelijk; onwillig; stijfkoppig; stug; taai; tegendraads; weerbarstig; weerspannig

Related Words for "obstinaat":

  • obstinaatheid, obstinate

Related Translations for obstinaat