Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. opgeraapt:
  2. oprapen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opgeraapt from Dutch to Spanish

opgeraapt:

opgeraapt adj

  1. opgeraapt

Translation Matrix for opgeraapt:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
recogido opgeraapt geplukt; ingetrokken

oprapen:

oprapen verb (raap op, raapt op, raapte op, raapten op, opgeraapt)

  1. oprapen (oppikken; opsnappen; oppakken)

Conjugations for oprapen:

o.t.t.
  1. raap op
  2. raapt op
  3. raapt op
  4. rapen op
  5. rapen op
  6. rapen op
o.v.t.
  1. raapte op
  2. raapte op
  3. raapte op
  4. raapten op
  5. raapten op
  6. raapten op
v.t.t.
  1. heb opgeraapt
  2. hebt opgeraapt
  3. heeft opgeraapt
  4. hebben opgeraapt
  5. hebben opgeraapt
  6. hebben opgeraapt
v.v.t.
  1. had opgeraapt
  2. had opgeraapt
  3. had opgeraapt
  4. hadden opgeraapt
  5. hadden opgeraapt
  6. hadden opgeraapt
o.t.t.t.
  1. zal oprapen
  2. zult oprapen
  3. zal oprapen
  4. zullen oprapen
  5. zullen oprapen
  6. zullen oprapen
o.v.t.t.
  1. zou oprapen
  2. zou oprapen
  3. zou oprapen
  4. zouden oprapen
  5. zouden oprapen
  6. zouden oprapen
en verder
  1. ben opgeraapt
  2. bent opgeraapt
  3. is opgeraapt
  4. zijn opgeraapt
  5. zijn opgeraapt
  6. zijn opgeraapt
diversen
  1. raap op!
  2. raapt op!
  3. opgeraapt
  4. oprapend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

oprapen [znw.] nomen

  1. oprapen
    el coger del suelo

Translation Matrix for oprapen:

NounRelated TranslationsOther Translations
coger del suelo oprapen
recoger inhalen; naar binnen halen; rapen
VerbRelated TranslationsOther Translations
recoger oppakken; oppikken; oprapen; opsnappen afdekken; afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; afplukken; afruimen; bergen; betrappen; bijeen harken; bijeen scharrelen; bijeenrapen; bijeenschrapen; bijeenzamelen; binnen halen; binnenbrengen; binnenhalen; geld in ontvangst nemen; incasseren; inhalen; innen; inzamelen; meenemen; naar binnen halen; oogsten; opbergen; opeenhopen; ophalen; oppikken; oppotten; opruimen; opvegen; plukken; samenpakken; samenrapen; snappen; sparen; vergaren; verzamelen; wegbergen; weghalen; wegnemen
recoger del suelo oppakken; oppikken; oprapen; opsnappen

Related Definitions for "oprapen":

  1. het van de grond optillen1
    • ik liet een kwartje vallen en Jan raapte het op1

Wiktionary Translations for oprapen:

oprapen
verb
  1. (overgankelijk) in de hand nemen en van de grond opheffen

Cross Translation:
FromToVia
oprapen espigar glean — harvest grain left behind after the crop has been reaped
oprapen pellizcar; pizcar; coger; pulsar; puntear; arrancar; cortar cueillirdétacher des fruits, des fleurs, des légumes de leurs branches ou de leurs tiges.