Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. opmars:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opmars from Dutch to Spanish

opmars:

opmars [de ~] nomen

  1. de opmars (voortgang)
    el avance; la marcha; la marcha hacia adelante; la aproximación; el camino a pie; el acercamiento

Translation Matrix for opmars:

NounRelated TranslationsOther Translations
acercamiento opmars; voortgang aantocht; avance; in aantocht; naderen; nadering; tegemoetkomen; toenadering
aproximación opmars; voortgang aantocht; benadering; benaderingswijze; in aantocht; invalshoek; nadering; optiek
avance opmars; voortgang aantal gekomen personen; aantocht; begeren; doorbraak; doorbreken; doorbreking; gezichtsmasker; lust; ontwikkelingsgang; opkomst; progressie; smachten; verlangen; verloop; voortgang; vooruitgang; vordering; wensen; zucht
camino a pie opmars; voortgang
marcha opmars; voortgang actie; beloop; beweging; ceremonie; doorgang; doorloop; doping; gang; gangpad; gebaar; gehaastheid; gezwindheid; haast; haastigheid; heengaan; ijl; lichaamsbeweging; omhaal; optocht; overijling; passage; pep; pepmiddel; plechtigheid; plichtpleging; processie; protestbijeenkomst; publieke betoging; rapheid; rapiditeit; rijsnelheid; ronde; schielijkheid; snelheid; spoed; staatsie; stoet; tempo; tournee; vaart; vertrekken; vliegreis; vliegtocht; vlotheid; vlucht; vlugheid; wandelsport
marcha hacia adelante opmars; voortgang aantocht; ronde; tournee

Wiktionary Translations for opmars:


Cross Translation:
FromToVia
opmars avanzada avancée — Ce qui faire saillie.