Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. oprichtster:


Dutch

Detailed Translations for oprichtster from Dutch to Spanish

oprichtster:

oprichtster [de ~ (v)] nomen

  1. de oprichtster (grondlegger; oprichter; stichter; stamvader; grondvester)
    el fundador; el instigador

Translation Matrix for oprichtster:

NounRelated TranslationsOther Translations
fundador grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter bouwheer
instigador grondlegger; grondvester; oprichter; oprichtster; stamvader; stichter aanstichter; aanzetter; belhamel; initiatiefnemer; instigator; oprichter; opstoker; provocateur; raddraaier; raddraaister; stichter; veroorzaker

Related Words for "oprichtster":

  • oprichtsters