Noun | Related Translations | Other Translations |
pedir
|
|
bestellen; inwinnen
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
encargar
|
bestellen; orderen
|
aanbesteden; belasten; bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; instructie geven; instrueren; opdracht geven; opdragen; uitbesteden; verordenen; verordonneren; voorbestellen; vooruitbestellen
|
entregar
|
bestellen; orderen
|
aanbieden; aangeven; aanleveren; aanreiken; afdragen; afgeven; afleveren; afstaan; bestellen; bezorgen; brengen; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; indienen; inleveren; inschrijven; leveren; offreren; opgeven; overdragen aan; overgeven; overhandigen; presenteren; rondbrengen; schenken; strijd opgeven; thuisbezorgen; toeleveren; toesteken; uitbetalen; verlenen; verstrekken
|
pedir
|
bestellen; orderen
|
aanvragen; aanzoeken; bevragen; bidden; in gebed zijn; ontbieden; oproepen; opvragen; rekwestreren; soebatten; sommeren; uitnodigen; verzoeken; vragen
|
repartir
|
bestellen; orderen
|
aanleveren; afleveren; arrangeren; bestellen; bezorgen; brengen; delen; distribueren; groeperen; gunnen; iets toekennen; indelen; leveren; opdelen; opsplitsen; ordenen; overhandigen; rondbrengen; ronddelen; rondgeven; rondreiken; splitsen; systematiseren; thuisbezorgen; toebedelen; toekennen; toeleveren; toewijzen; trakteren; uitdelen; uitreiken; verdelen; versturen; zenden; zich splitsen
|