Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. overbrieven:


Dutch

Detailed Translations for overbrieven from Dutch to Spanish

overbrieven:

overbrieven verb (brief over, brieft over, briefde over, briefden over, overgebriefd)

  1. overbrieven (verklikken; uit de school klappen)

Conjugations for overbrieven:

o.t.t.
  1. brief over
  2. brieft over
  3. brieft over
  4. brieven over
  5. brieven over
  6. brieven over
o.v.t.
  1. briefde over
  2. briefde over
  3. briefde over
  4. briefden over
  5. briefden over
  6. briefden over
v.t.t.
  1. heb overgebriefd
  2. hebt overgebriefd
  3. heeft overgebriefd
  4. hebben overgebriefd
  5. hebben overgebriefd
  6. hebben overgebriefd
v.v.t.
  1. had overgebriefd
  2. had overgebriefd
  3. had overgebriefd
  4. hadden overgebriefd
  5. hadden overgebriefd
  6. hadden overgebriefd
o.t.t.t.
  1. zal overbrieven
  2. zult overbrieven
  3. zal overbrieven
  4. zullen overbrieven
  5. zullen overbrieven
  6. zullen overbrieven
o.v.t.t.
  1. zou overbrieven
  2. zou overbrieven
  3. zou overbrieven
  4. zouden overbrieven
  5. zouden overbrieven
  6. zouden overbrieven
en verder
  1. is overgebriefd
  2. zijn overgebriefd
diversen
  1. brief over!
  2. brieft over!
  3. overgebriefd
  4. overbrievend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overbrieven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
chivar overbrieven; uit de school klappen; verklikken klikken; ontpoppen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
delatar overbrieven; uit de school klappen; verklikken aanbrengen; aangeven; babbelen; doorslaan; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; ontpoppen; praten; snateren; spreken; uitbrengen; uitflappen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; wauwelen; zwammen