Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- overleven:
-
Wiktionary:
- overleven → sobrevivir
- overleven → sobrevivir a, sobrevivir
Dutch
Detailed Translations for overleven from Dutch to Spanish
overleven:
-
overleven (in leven blijven)
sobrevivir; aguantar; resistir; conservarse en vida-
sobrevivir verb
-
aguantar verb
-
resistir verb
-
conservarse en vida verb
-
Conjugations for overleven:
o.t.t.
- overleef
- overleeft
- overleeft
- overleven
- overleven
- overleven
o.v.t.
- overleefde
- overleefde
- overleefde
- overleefden
- overleefden
- overleefden
v.t.t.
- heb overleefd
- hebt overleefd
- heeft overleefd
- hebben overleefd
- hebben overleefd
- hebben overleefd
v.v.t.
- had overleefd
- had overleefd
- had overleefd
- hadden overleefd
- hadden overleefd
- hadden overleefd
o.t.t.t.
- zal overleven
- zult overleven
- zal overleven
- zullen overleven
- zullen overleven
- zullen overleven
o.v.t.t.
- zou overleven
- zou overleven
- zou overleven
- zouden overleven
- zouden overleven
- zouden overleven
diversen
- overleef!
- overleeft!
- overleefd
- overlevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
overleven (voortbestaan; voortleven)
Translation Matrix for overleven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
supervivencia | overleven; voortbestaan; voortleven | lijfsbehoud |
Verb | Related Translations | Other Translations |
aguantar | in leven blijven; overleven | doorleven; doormaken; doorstaan; dragen; dulden; harden; iets verduren; incasseren; opvangen; standhouden; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden; welgevallen; zich staande houden |
conservarse en vida | in leven blijven; overleven | |
resistir | in leven blijven; overleven | doorleven; doormaken; doorstaan; iets weerstaan; verdragen; verduren; verteren; verzet tonen; weerstaan; zich verzetten |
sobrevivir | in leven blijven; overleven | onderkrijgen |
Wiktionary Translations for overleven:
overleven
Cross Translation:
verb
-
in leven blijven ondanks levensbedreigende omstandigheden of gebeurtenissen
- overleven → sobrevivir
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overleven | → sobrevivir a | ↔ outlive — to live longer than |
• overleven | → sobrevivir | ↔ survive — person: continue to live |
• overleven | → sobrevivir | ↔ survive — object, concept: continue to exist |
• overleven | → sobrevivir | ↔ survive — live longer than |
• overleven | → sobrevivir | ↔ survive — live past a life-threatening event |