Interglot - "positie" translated from Dutch to Spanish

Remove Ads

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

positie:
- posición; empleo; trabajo; situación; estado; condición en que se halla alguien o algo; humor; estado de ánimo; actitud; toma de posición; postura
Wiktionary:
- positie → posición, puesto, cargo
- positie → posición, lugar, postura, situación

Dutch

Detailed Translations for positie from Dutch to Spanish

positie:

positie [de ~ (v)] nomen

de positie (ligging)
la posición
- posición [la ~] nomen
de positie (dienstbetrekking; functie; baan; job)
el empleo; el trabajo
- empleo [el ~] nomen
- trabajo [el ~] nomen
de positie (gesteldheid; toestand; staat)
la situación; el estado; la condición en que se halla alguien o algo; el humor; el estado de ánimo
- situación [la ~] nomen
- estado [el ~] nomen
- condición en que se halla alguien o algo [la ~] nomen
- humor [el ~] nomen
- estado de ánimo [el ~] nomen
de positie (stellingname; houding; standpuntbepaling; standpunt; bewering; thema)
la posición; la actitud; la toma de posición
- posición [la ~] nomen
- actitud [la ~] nomen
- toma de posición [la ~] nomen
de positie (stand van het lichaam; standpunt)
la posición; la postura
- posición [la ~] nomen
- postura [la ~] nomen

Translation Matrix for positie:

Noun	Related Translations	Other Translations
actitud	bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema	geesteshouding; gezindheid; overtuiging; vaststaande mening
condición en que se halla alguien o algo	gesteldheid; positie; staat; toestand
empleo	baan; dienstbetrekking; functie; job; positie	aanwending; ambacht; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; bezigheid; dienst; gebruik; hobby; inspanning; inzet; job; karwei; kerkviering; loonarbeid; loonwerk; mis; taak; toepassing; vak; werk; werkgelegenheid; werkkring; werkplek; werkzaamheid
estado	gesteldheid; positie; staat; toestand	beding; bepaling; beperking; beschikbaarheid; betalingsstatus; conditie; criterium; eis; goedkeuringsstatus; heisa; kriterium; land; natie; omstandigheden; omstandigheid; online status; rijk; situatie; staat; status; toestand; voorwaarde
estado de ánimo	gesteldheid; positie; staat; toestand	bui; geesteshouding; geestestoestand; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; inborst; instelling; psychische toestand; stemming; temperament
humor	gesteldheid; positie; staat; toestand	bui; geestesgesteldheid; geestestoestand; geestigheid; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; gevoel; gril; humeur; humor; indruk; instelling; instinct; intuïtie; kuur; luim; nuk; psychische toestand; stemming
posición	bewering; houding; ligging; positie; stand van het lichaam; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema	beschouwing; gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; inzicht; locatie; oogpunt; perspectief; plaats; plek; standpunt; visie; zienswijs
postura	positie; stand van het lichaam; standpunt	air; figuur; gedaante; geesteshouding; geld inzetten; gestalte; gezindheid; houding; inzetten; leg; lichaamshouding; lichaamspostuur; overtuiging; pose; postuur; stand; standje; vaststaande mening; vorm
situación	gesteldheid; positie; staat; toestand	conditie; heisa; ligging; locatie; omstandigheden; omstandigheid; plaatsbepaling; situatie; staat; toestand
toma de posición	bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema	beschouwing; gezindheid; inzicht; overtuiging; vaststaande mening; visie
trabajo	baan; dienstbetrekking; functie; job; positie	ambacht; arbeid; arbeidsplaats; baantje; beroep; bezigheid; broodwinning; gespeel; grote daad; hobby; inspanning; job; karwei; kinderspel; kostwinning; loonarbeid; loonwerk; métier; prestatie; stiel; taak; vak; verrichting; werk; werkzaamheid
-	baan; betrekking

Related Words for "positie":

posities

Synonyms for "positie":

baan; betrekking

Related Definitions for "positie":

werk waarvoor je betaald wordt¹
- zij heeft een goede positie bij een bank¹
stand van lichaam of lichaamsdeel¹
- door de verkeerde positie van je voeten krijg je rugpijn¹
toestand waarin iemand zich bevindt¹
- hij is niet in de positie om kritiek te hebben¹
waar het zich bevindt¹
- wat is de positie van het schip?¹

Wiktionary Translations for positie:

positie

noun

een stand van het lichaam
- positie → posición
een innerlijke houding
- positie → posición
een plaats van waaruit men iets onderneemt
- positie → posición
een toestand waarin iemand zich bevindt
- positie → posición
een vaste betrekking
- positie → puesto; cargo
een maatschappelijke stand
- positie → posición
de ligging van de hand
- positie → posición
een opstelling van troepen en materieel
- positie → posición

Cross Translation:

From	To	Via
• positie	→ posición	↔ Stellung — Position beim Geschlechtsverkehr
• positie	→ posición	↔ Stellung — gesellschaftliche Position
• positie	→ posición	↔ Stellung — Militär: Graben, Posten, Unterstand zum Schutz von Material, Soldaten und Waffen
• positie	→ lugar; posición	↔ place — numeric: the column counting a certain quantity
• positie	→ posición	↔ position — place, location
• positie	→ postura	↔ stand — defensive position or effort
• positie	→ posición; situación	↔ position — situation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation.

Related Translations for positie

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Translate positie from Dutch to Spanish

Detailed Translations for positie from Dutch to Spanish

positie:

positie [de ~ (v)] nomen

de positie (ligging)

de positie (dienstbetrekking; functie; baan; job)

de positie (gesteldheid; toestand; staat)

de positie (stellingname; houding; standpuntbepaling; standpunt; bewering; thema)

de positie (stand van het lichaam; standpunt)

Translation Matrix for positie:

Related Words for "positie":

Synonyms for "positie":

Related Definitions for "positie":

Wiktionary Translations for positie:

Related Translations for positie