Dutch

Detailed Translations for pronkten from Dutch to Spanish

pronkten form of pronken:

Conjugations for pronken:

o.t.t.
  1. pronk
  2. pronkt
  3. pronkt
  4. pronken
  5. pronken
  6. pronken
o.v.t.
  1. pronkte
  2. pronkte
  3. pronkte
  4. pronkten
  5. pronkten
  6. pronkten
v.t.t.
  1. heb gepronken
  2. hebt gepronken
  3. heeft gepronken
  4. hebben gepronken
  5. hebben gepronken
  6. hebben gepronken
v.v.t.
  1. had gepronken
  2. had gepronken
  3. had gepronken
  4. hadden gepronken
  5. hadden gepronken
  6. hadden gepronken
o.t.t.t.
  1. zal pronken
  2. zult pronken
  3. zal pronken
  4. zullen pronken
  5. zullen pronken
  6. zullen pronken
o.v.t.t.
  1. zou pronken
  2. zou pronken
  3. zou pronken
  4. zouden pronken
  5. zouden pronken
  6. zouden pronken
diversen
  1. pronk!
  2. pronkt!
  3. gepronken
  4. pronkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for pronken:

NounRelated TranslationsOther Translations
alardear de beroemen
brillar blinken
VerbRelated TranslationsOther Translations
alardear geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met tentoonspreiden; uitstallen
alardear de geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met tentoonspreiden; uitstallen
brillar geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met afsteken; blaken; blinken; eruit springen; flikkeren; flonkeren; fonkelen; glanzen; glimmen; glinsteren; glitteren; in het oog lopen; klingelen; licht geven; licht schijnen; licht uitzenden; opvallen; rinkelen; schijnen; schitteren; sprankelen; stralen; tingelen; tinkelen; twinkelen; uitspringen; uitsteken
desplegar geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met afwisselen; bikken; distribueren; eten; graven; herzien; losgooien; loswerpen; naar binnen werken; nader verklaren; ontvouwen; ontwikkelen; opdelven; openspreiden; openvouwen; opgraven; ronddelen; scheppen; spreiden; toelichten; tot ontwikkeling brengen; uitbeitelen; uitbikken; uiteenzetten; uitklappen; uitleggen; uitreiken; uitslaan; uitspreiden; uitvouwen; veranderen; verdelen; verduidelijken; verwisselen; wijzigen
exhibir geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met aanbieden; afsteken; blootleggen; eruit springen; etaleren; exposeren; in het oog lopen; laten zien; offreren; onthullen; ontmaskeren; opvallen; presenteren; tentoonspreiden; tentoonstellen; tonen; uitspringen; uitstallen; uitsteken; vertonen; voor ogen brengen; voorleggen
exponer geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met afsteken; belichten; beschikbaar maken; beschrijven; blootleggen; eruit springen; etaleren; exposeren; in het oog lopen; insturen; inzenden; laten zien; mededelen; met licht beschijnen; onthullen; ontmaskeren; ontvouwen; openbreken; openleggen; opvallen; posten; presenteren; tentoonspreiden; tentoonstellen; tonen; uiteenzetten; uitleggen; uitspringen; uitstallen; uitsteken; verduidelijken; verhalen; vertellen; vertonen; voor ogen brengen; zeggen
hacer alarde de geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met
hacer gala de geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met
hacer ostentación de geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met
hacerse interesante geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met aandacht trekken; afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken
ostentar geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met afsteken; eruit springen; exposeren; in het oog lopen; opvallen; tentoonspreiden; tentoonstellen; tonen; uitspringen; uitstallen; uitsteken; vertonen
pavonearse geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met brallen

Related Words for "pronken":


Wiktionary Translations for pronken:

pronken
verb
  1. vertoon maken met mooie dingen

Cross Translation:
FromToVia
pronken lucir; presumir; ostentar flaunt — to display with ostentation
pronken alardear; desfilar; formar; pavonearse; ostentar parader — Traductions à trier suivant le sens