Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. ravage:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ravage from Dutch to Spanish

ravage:

ravage [de ~ (v)] nomen

  1. de ravage (verwoesting)
    la ruinas; el destrozos
  2. de ravage (verwoesting; vernieling)
    la destrucción; el destrozo; la devastación

Translation Matrix for ravage:

NounRelated TranslationsOther Translations
destrozo ravage; vernieling; verwoesting
destrozos ravage; verwoesting chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; wirwar; zootje
destrucción ravage; vernieling; verwoesting verbrijzeling; vermorzeling; verplettering
devastación ravage; vernieling; verwoesting
ruinas ravage; verwoesting bouwvallen; chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; ruïnes; wanorde; wanordelijkheid; zootje

Related Words for "ravage":

  • ravages

Wiktionary Translations for ravage:


Cross Translation:
FromToVia
ravage ruina ruinedépérissement, destruction d’un bâtiment.

External Machine Translations: