Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. schaakspeler:


Dutch

Detailed Translations for schaakspeler from Dutch to Spanish

schaakspeler:

schaakspeler [de ~ (m)] nomen

  1. de schaakspeler (schaker)
    el ajedrecista; el jugador de ajedrez

Translation Matrix for schaakspeler:

NounRelated TranslationsOther Translations
ajedrecista schaakspeler; schaker
jugador de ajedrez schaakspeler; schaker

Related Words for "schaakspeler":

  • schaakspelers