Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. scharen:
  2. schar:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for scharen from Dutch to Spanish

scharen:

scharen verb (schaar, schaart, schaarde, schaarden, geschaard)

  1. scharen

Conjugations for scharen:

o.t.t.
  1. schaar
  2. schaart
  3. schaart
  4. scharen
  5. scharen
  6. scharen
o.v.t.
  1. schaarde
  2. schaarde
  3. schaarde
  4. schaarden
  5. schaarden
  6. schaarden
v.t.t.
  1. heb geschaard
  2. hebt geschaard
  3. heeft geschaard
  4. hebben geschaard
  5. hebben geschaard
  6. hebben geschaard
v.v.t.
  1. had geschaard
  2. had geschaard
  3. had geschaard
  4. hadden geschaard
  5. hadden geschaard
  6. hadden geschaard
o.t.t.t.
  1. zal scharen
  2. zult scharen
  3. zal scharen
  4. zullen scharen
  5. zullen scharen
  6. zullen scharen
o.v.t.t.
  1. zou scharen
  2. zou scharen
  3. zou scharen
  4. zouden scharen
  5. zouden scharen
  6. zouden scharen
en verder
  1. ben geschaard
  2. bent geschaard
  3. is geschaard
  4. zijn geschaard
  5. zijn geschaard
  6. zijn geschaard
diversen
  1. schaar!
  2. schaart!
  3. geschaard
  4. scharende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for scharen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
juntarse scharen afspreken; bij elkaar komen; bijeen komen; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; samenstromen; treffen; verzamelen

Related Words for "scharen":


scharen form of schar:

schar [de ~] nomen

  1. de schar
    el pedazo; el golpe; la mancha; el toque; el zueco; el chanclo; el grumo; el terrón; el borrón; el mastuerzo; la galocha; la limanda; el pedazón; el trozón

Translation Matrix for schar:

NounRelated TranslationsOther Translations
borrón schar inktmop; inktvlek; kladschrift; kledder; klodder; klont; klonter; kwak; lik
chanclo schar houten schoen; klomp; klont; klonter; overschoen
galocha schar klont; klonter
golpe schar bonk; bonkend geluid; bons; dreun; gevaarte; harde slag; hengst; hoek; hoekstoot; hort; jens; joekel; kanjer; klap; klapje; klets; kletspraat; klont; klonter; klop; knaap; knak; knal; knik; knoert; kokker; kokkerd; kwak; lel; loei; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; pof; quatsch; schok; schokkende beweging; slag; smak; stoot; strijd; tik; toegebrachte klap; veldslag
grumo schar brok; klont; klonter; krop; slakrop; suikerklontje
limanda schar klont; klonter
mancha schar blaam; buurtschap; gat; gehucht; harde slag; klap; kledder; klodder; klont; klonter; kwak; lik; moesje; nop; smet; spat; spatje; spatter; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje; zwabber
mastuerzo schar hork; kinkel; klont; klonter; lomperd; proleet; vlegel
pedazo schar aandeel; buil; bult; deel; diggel; groot en dik stuk; homp; klont; klonter; kneuswond; kneuzing; letsel; mondvol; part; scherf; splinter
pedazón schar brutale kerel; hork; kinkel; klont; klonter; lomperd; proleet; vlegel
terrón schar berg; brok; hoop; klompje; klont; klonter; klontertje; klontje; kluit; suikerklontje
toque schar aanraking; contact; harde slag; klap; klont; klonter; penseelstreek
trozón schar hork; kinkel; klont; klonter; lomperd; proleet; vlegel
zueco schar houten schoen; klomp; klont; klonter
ModifierRelated TranslationsOther Translations
mastuerzo aanmatigend; dorps; gebrekkig; knullig; krukkig; lomp; onbeholpen; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; ongelikt; onhandig; respectloos; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; uilachtig

Related Words for "schar":


Wiktionary Translations for schar:


Cross Translation:
FromToVia
schar limanda KliescheZoologie, Ichthyologie: in Nordsee und Ostsee verbreiteter Plattfisch
schar ollaira limande commune — zoologie|nocat Espèce de poisson osseux marin, un poisson plat, une limande du nord de l'Europe.