Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate schilfer

Translate schilfer from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

schilfer:
- escama
schilferen:
- pelar; descamarse; descascarillarse; despellejarse; desconcharse
- descamación; desconcharse
Wiktionary:
- schilfer → desconchón
- schilfer → hojuela, escama, copo, copa
- schilferen → descamar, descarapelar

Dutch

Detailed Translations for schilfer from Dutch to Spanish

schilfer:

schilfer [de ~ (m)] nomen

de schilfer
la escama
- escama [la ~] nomen

Translation Matrix for schilfer:

Noun	Related Translations	Other Translations
escama	schilfer	schub

Related Words for "schilfer":

schilferen, schilfers, schilfertje, schilfertjes

Wiktionary Translations for schilfer:

schilfer

noun

een vliesdun loskomend stukje materiaal
- schilfer → desconchón

Cross Translation:

From	To	Via
• schilfer	→ hojuela; escama; copo; copa	↔ flake — thin chiplike layer
• schilfer	→ escama	↔ écaille — Petites lames minces et plates qui couvrir la peau de certains poissons et de certains reptiles.

schilfer form of schilferen:

schilferen verb (schilfer, schilfert, schilferde, schilferden, geschilferd)

schilferen (afschilferen)
pelar; descamarse; descascarillarse; despellejarse; desconcharse
- pelar verb
- descamarse verb
- descascarillarse verb
- despellejarse verb
- desconcharse verb

Conjugations for schilferen:

o.t.t.

schilfer
schilfert
schilfert
schilferen
schilferen
schilferen

o.v.t.

schilferde
schilferde
schilferde
schilferden
schilferden
schilferden

v.t.t.

heb geschilferd
hebt geschilferd
heeft geschilferd
hebben geschilferd
hebben geschilferd
hebben geschilferd

v.v.t.

had geschilferd
had geschilferd
had geschilferd
hadden geschilferd
hadden geschilferd
hadden geschilferd

o.t.t.t.

zal schilferen
zult schilferen
zal schilferen
zullen schilferen
zullen schilferen
zullen schilferen

o.v.t.t.

zou schilferen
zou schilferen
zou schilferen
zouden schilferen
zouden schilferen
zouden schilferen

en verder

ben geschilferd
bent geschilferd
is geschilferd
zijn geschilferd
zijn geschilferd
zijn geschilferd

diversen

schilfer!
schilfert!
geschilferd
schilferend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schilferen [znw.] nomen

schilferen
la descamación; el desconcharse
- descamación [la ~] nomen
- desconcharse [el ~] nomen

Translation Matrix for schilferen:

Noun	Related Translations	Other Translations
descamación	schilferen
desconcharse	schilferen
pelar		doppen; pellen
Verb	Related Translations	Other Translations
descamarse	afschilferen; schilferen
descascarillarse	afschilferen; schilferen
desconcharse	afschilferen; schilferen	afbladderen; bladderen
despellejarse	afschilferen; schilferen	vervellen
pelar	afschilferen; schilferen	aardappels schillen; doppen; jassen; ontvellen; pellen; schillen; stropen

Related Words for "schilferen":

schilfer

Wiktionary Translations for schilferen:

Cross Translation:

From	To	Via
• schilferen	→ descamar; descarapelar	↔ flake — to break or chip